Populier

Soorten

Populieren (Cottonwoods) zijn loofbomen en behoren tot de familie van de wilgachtigen, de Salicaceae. 
Er zijn verschillende soorten populier te gebruiken: De zwarte populier (Populus nigra/syn. P.dilatata, P. italica), de zwarte balsam populier (P. trichocarpa), de witte populier (P. alba) en de ratelpopulier (P. tremula).

Populier in het veld

Groeiplaats Populier

De populier groeit van nature op vochtige en voedselrijke bodems. Er zijn ook soorten die drogere grond prefereren en arme grond kunnen verdragen. Deze bomen groeien vaak in de buurt van water en in overstromingsgebieden. 

Herkenning

Populierenbladeren zijn breed, meestal ondiep gekarteld tot gezaagd en soms gelobd. De bloemknoppen zijn eivormig, dik en iets afstaand. De bloemen hebben meestal zes meeldraden. De doosvrucht bevat vele pluizige zaden die de wind verspreidt. Populieren zijn tweehuizig, bomen zijn dus mannelijk of vrouwelijk. Bestuiving van de eenslachtige bloemen gebeurt door de wind. De bloeiwijzen bevatten geen honingklieren zoals bij de wilgen.

Smaak

Bitter en samentrekkend

Planteigenschappen Populier

Antimicrobieel, moduleert ontsteking, antioxidant, anti-tumor (in vitro), stimulerende slijmoplossend middel.

Fytotherapeutisch gebruik

Pijn, infectie, ondersteunt de gezondheid van de huid, verstopte hoest. Ook kan het gebruikt worden als conserveermiddel en eventueel voor bodemsanering. 

Plantaardige bereiding

Oliemaceraat, zalf, tinctuur, kompres, honing, decoct, thee, azijn. 

Gebruik van de Populier in de loop van de geschiedenis

Het zoetgeurende kleverige sap, ook bekend als “Balsem van Gilead”, wordt al eeuwenlang gebruikt om een verscheidenheid aan huidproblemen te behandelen, van snijwonden en schaafwonden tot kleine brandwonden en blauwe plekken.
De Cherokee gebruikten cottonwood voor chronische reuma, zweren, koliek, pijnlijke tanden en geslachtsklachten.
De Irokezen gebruikten cottonwood om wormen bij volwassenen te doden en als middel tegen artritis, huidbarstingen en korstjes. Een afkooksel van schors werd gebruikt als laxeermiddel.
De Menominee stopten de harsachtige knoppen in vet. Vervolgens werd het in de neusgaten gebruikt voor een neus- en voorhoofdsverkoudheid. Ze gebruikten een afkooksel van harsachtige knoppen in vet als zalf voor wonden.

Scroll naar boven